Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In de rotsstenen [29]houwt hij stromen uit, en zijn oog ziet al [30]het kostelijke. 29. Splijt, of klieft hij rivieren; dat is, hij maakt groeven in de rotsen, om het water daarin te lokken, die dan tot rivieren en beken of andere gebruiken dienen zouden. 30. Als goud, zilver en edelgesteenten, die, in de aarde verborgen liggende, door het graven van den mens ontdekt worden.